SALON
RÉTROMOBILE
Al sinds 1976 vindt in Parijs de Salon Rétromobile plaats; dit jaar voor de 44e maal. Het is een van de grootste en meest prestigieuze oldtimerbeurzen van het jaar, waar iedereen die gezien wil worden, gezien wordt. De beurs toont auto’s, maar ook motoren, vrachtauto’s en legermateriaal kunnen er door het in groten getale toegestroomde publiek worden bekeken.
In drie grote hallen en op 72.000 m² stonden dit jaar ruim 650 standhouders en 100 clubs met hun oldtimer gerelateerde producten te kijk. Ook was er een grote veiling, waar voor maar liefst €47 miljoen aan auto’s verkocht werd. De bovenstaande Alfa Romeo bracht ruim 1/3 van dat bedrag op. Meer over deze Artcurial veiling elders op de website van Oldtimerpictures.com.
Rechts: een van de oudste auto’s op de beurs; een Gladiator uit 1904; midden: kunstwerk met de titel ‘I’ll n’en Restera Qu’une…’. Over het jaar 2085 waarin de laatste auto op benzine via een primitief lokmiddel wordt gevangen.
Onder de standhouders waren autobouwers, clubs en verenigingen, evenementen organisaties, mediabedrijven, verkopers van automobilia, onderdelen verkopers, autodealers, veilinghuizen, restauratiebedrijven, verzekeringsbedrijven, car art galerieën en zoveel meer te vinden. Voor ieder wel wat wils.
Centraal dit jaar stond het 100-jarige Citroën, het 60-jarige Mini en 100 jaar Gnome & Rhône motoren.
Opvallende voertuigen waren verder de grootste vrachtwagen ter wereld uit 1958, de Berliet T100 en de concept car die model stond voor de Lancia Stratos, de HF Zero. Op de foto rechtsonder zien we een speciale rally uitvoering van de Citroën DS21 die in 1969 in de Rally van Marokko ingezet werd; 54cm korter en 400 kg lichter.
Ook voor de autosportliefhebbers was er het een en ander te zien. Diverse autosport oldtimers werden te koop aangeboden of werden tentoongesteld, zoals op de stand van Richard Mille waar diverse McLarens te zien waren. Zoals de McLaren M23, waarmee de Braziliaan Emerson Fittipaldi in 1974 wereldkampioen F1 werd.
En wat te denken van de historische, maar gefaalde, Porsche F1 V12 motor uit 1991, die destijds achterin een Footwork lag. Of de Ligier JS7, waarmee Fransman Jacques Laffite in 1977 de GP van Zweden won.
Of de McLaren-Honda waarmee Fernando Alonso in 2016 reed.
Links: de BRM Type 15 V16 uit 1950; midden: de achterkant van de Renault RS 10 uit 1979; rechts: de Jordan 193 uit 1993, de auto waarmee de Belg Thierry Boutsen zijn laatste GP reed. Boutsen zelf was ook aanwezig op de beurs.
Het 100-jarig jubileum van Citroën werd tijdens de beurs ruim gevierd. Het Franse merk liet de liefhebbers daarbij onder andere genieten van een expositie van Citroën concept cars van door de jaren heen. Op deze pagina een aantal voorbeelden daarvan. Hierboven zijn te zien: de GT By Citroën uit 2008, de Citroën Osmose uit 2000
en de Citroën Karin uit 1980, die we hieronder nogmaals gaan zien.
De meest recente concept car was de CXperience uit 2016, met futuristisch dashboard.
(R): Citroën busjes kunnen er in de toekomst zo gaan uitzien: de Citroën Tubik uit 2011.
Uit 1980 afkomstig is de toekomstvisie 'Karin', met daarnaast de versie uit 1972, de Camargue. De meest indrukwekkende Citroën concept car was toch wel de GT By Citroën, die we ook al eerder zagen.
Een auto is een oldtimer in Frankrijk wanneer deze de grens van 30 jaar oud passeert en op het kenteken de vermelding "véhicule de collection" wordt gezet. Deze moet de eigenaar zelf aanvragen. Frankrijk telt zo’n 800.000 oldtimers (1,5% van het totale aanbod aan auto’s in Frankrijk) die eigendom zijn van zo’n 230.000 eigenaars.
De hierboven getoonde Ferrari Enzo uit 2002 is dan ook officieel nog geen Franse oldtimer. Dat zal hij pas in 2032 gaan worden. Ondanks dat was de prijs ervan op aanvraag.
De totale omzet van de oldtimer business in Frankrijk bedraagt zo’n 4 miljard euro per jaar. In dit vakgebied zijn zo’n 4000 professionals werkzaam. Op de foto links zien we de schade van een aanrijding van zo’n 40 jaar geleden. Deze 300 SL zal echter binnenkort worden gerestaureerd en daarna weer als nieuw gaan uitzien. Vermoedelijk prijskaartje dan: € 1 miljoen. Midden: de motor van de Bugatti Chiron: 8L – 16 Cilinder.
(L): de Peugeot Legend concept car 2018; (M): Klokje nodig? (R): autokunst is van alles te maken
Vanzelfsprekend was er ook veel moois te zien bij de vele clubs, die grotendeels, zoals vanouds, in paviljoen 3 te vinden waren. Te noemen zijn hier Delahaye, Salmson, Delage, Citroën, Rolland-Pilain, Amilcar, Jaguar, Panhard & Levassor, Hotchkiss, Lancia, Bugatti, Talbot, Simca, Hispano-Suiza, Rover, Datsun, Lotus, Mercedes-Benz, Fiat en nog wat andere.
(L): Salmson Grand Sport uit 1924. (M): cockpit van een Amilcar uit de jaren 1920. (R): een Messier MS 31 Coupé uit 1929
Een andere opvallende expositie was die van Bédélia, een Franse cyclecarfabrikant uit het begin van de vorige eeuw (1908-1920). Van de 18 nog bestaande exemplaren stonden er 14 tijdens de 44e editie tentoongesteld.
(L): BMW was ook prominent aanwezig op de beurs in Parijs. Hier met een Z4. (M): Autokunst, fraaie kunst, maar ook dure kunst. (R): Deze Renault uit 1907 had een nieuwe eigenaar gevonden. Jammer dat sommige standhouders zich niet de moeite nemen om de vele betalende kijkers informatie te geven over wat ze tentoonstellen c.q. te koop aanbieden. Dat is toch een kleine moeite?
In 1976 trok deze beurs met 30 exposanten zo’n 3000 bezoekers. Vorig jaar waren er dat ruim 105.000. Het record dateerde van 2015 met 122.000 bezoekers. Dit jaar stond de teller aan het einde van de vijf dagen Salon op 132.000 betalende bezoekers. Een nieuw record dus! (R): leuke originele stoel, niet? Dacht ik ook, totdat ik later thuis de prijs opzocht: €2600,-. Meer informatie, Google dan Bol Concept.
Ook Lancia stond in de schijnwerpers. Net als een van de twee tanks die er te bewonderen vielen.
(R): close-up van het dashboard van een Amilcar.
Lamborghini was een ander merk dat op een groot aantal stands te bewonderen viel. En dan met name met de Miura. De stand van Kidston, het bedrijf van Simon Kidston, toonde het publiek een groot aantal prachtige Miura’s. Iets verderop stond deze eenzame 4000 GT Flying Star II uit 1966, die we ook al eens tegenkwamen op het concours van Zoute.
Een Miura en de carrosserie van een 400 GT waren te zien op de stand van Polo Storico Lamborghini,
het bedrijf dat gespecialiseerd is in de restauratie van oude modellen van het Italiaanse sportwagenmerk.
De rode Miura is eigendom van FIA-voorzitter Jean Todt en de restauratie ervan heeft zo'n 13 maanden in beslag genomen.
Een nieuw Frans automerk is DeVinci dat sinds 2017 retro auto’s bouwt. Drie modellen zijn er beschikbaar :
de Brigitte, de Lucie (zwart) en de Adèle (rood). Beschikbaar in oplages van respectievelijk
100, 95 en 5 stuks. Prijzen €49.500, €69.900 en €99.900. Elektrisch aangedreven overigens.